Geconsolideerde halfjaarrekening
Verkorte geconsolideerde balans per 30 juni 2021
(vóór resultaatbestemming)
In miljoenen euro’s | Noot | 30 juni 2021 | 31 dec. 2020 |
---|---|---|---|
Activa | |||
Vaste activa | |||
- materiële vaste activa | 4 | 9.084,1 | 9.125,0 |
- investeringen in joint ventures | 5 | 262,0 | 241,2 |
- investeringen in geassocieerde deelnemingen | 5 | 0,5 | 0,5 |
- overige deelnemingen | 8 | 524,9 | 509,3 |
- uitgestelde belastingvorderingen | 259,5 | 267,4 | |
Totaal vaste activa | 10.131,0 | 10.143,4 | |
Totaal vlottende activa | 216,3 | 242,6 | |
Totaal activa | 10.347,3 | 10.386,0 |
In miljoenen euro’s | Noot | 30 juni 2021 | 31 dec. 2020 |
---|---|---|---|
Passiva | |||
Totaal eigen vermogen | |||
toekomend aan de aandeelhouder | 1 | 6.313,9 | 6.341,0 |
Langlopende schulden | |||
- rentedragende leningen | 6, 8 | 2.600,8 | 2.360,1 |
- leaseverplichtingen | 89,4 | 92,5 | |
- contractverplichtingen | 46,0 | 47,2 | |
- uitgestelde belastingverplichtingen | 184,4 | 179,1 | |
- Overige langlopende verplichtingen en voorzieningen | 147,0 | 157,8 | |
Totaal langlopende schulden | 3.067,6 | 2.836,7 | |
Kortlopende schulden | |||
- kortlopende financieringsverplichtingen | 7 | 673,2 | 958,2 |
- leaseverplichtingen | 11,1 | 7,5 | |
- handelsschulden, vennootschapsbelasting, overige te betalen posten en contractverplichtingen | 281,5 | 242,6 | |
Totaal kortlopende schulden | 965,8 | 1.208,3 | |
Totaal passiva | 10.347,3 | 10.386,0 |
Verkorte geconsolideerde winst-en-verliesrekening over het eerste halfjaar 2021
In miljoenen euro’s | Noot | Eerste halfjaar 2021 | Eerste halfjaar 2020 | ||
---|---|---|---|---|---|
Voortgezette bedrijfsactiviteiten | |||||
Netto-omzet | 2, 3 | 717,2 | 711,6 | ||
Aan investeringen toegerekende kosten | 31,3 | 27,2 | |||
Personeels- en overige kosten | -286,2 | -246,5 | |||
Afschrijvingskosten | -166,1 | -160,0 | |||
Totale lasten | -421,0 | -379,3 | |||
Bedrijfsresultaat | 296,2 | 332,3 | |||
Financiële baten en lasten | -33,5 | -34,9 | |||
Aandeel in resultaat joint ventures | 5 | 14,1 | 15,7 | ||
Dividend van overige deelnemingen | 8 | - | 20,3 | ||
Resultaat vóór belastingen | 276,8 | 333,4 | |||
Belastingen | -69,7 | -76,0 | |||
Resultaat na belastingen | 207,1 | 257,4 |
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over het eerste halfjaar 2021
In miljoenen euro’s | Noot | Eerste halfjaar 2021 | Eerste halfjaar 2020 | ||
---|---|---|---|---|---|
Resultaat na belastingen, zoals opgenomen in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening | 207,1 | 257,4 | |||
Saldo van actuariële winsten en verliezen terzake van personeelsbeloningen, | 9,5 | -2,7 | |||
waarvan vennootschapsbelasting | -2,8 | 0,8 | |||
Totaal van de resultaten verwerkt in het eigen vermogen, welke bij realisatie niet worden geherclassificeerd naar de winst-en-verliesrekening | 6,7 | -1,9 | |||
Mutatie van tegen reële waarde gewaardeerde overige deelnemingen | 8 | 15,6 | -8,9 | ||
Mutaties in de cashflow hedge reserve, | - | -0,5 | |||
waarvan vennootschapsbelasting | - | 0,1 | |||
Mutatie in de cashflow hedges reserves van joint ventures en geassocieerde deelnemingen | 5 | 5,8 | 3,2 | ||
Totaal van de resultaten verwerkt in het eigen vermogen, welke bij realisatie worden geherclassificeerd naar de winst-en-verliesrekening | 21,4 | -6,1 | |||
Totaal van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | 235,2 | 249,4 | |||
Toe te rekenen aan aandeelhouder | 235,2 | 249,4 |
Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen over het eerste halfjaar 2021
In miljoenen euro’s | Aandelen kapitaal | Cash flow hedge reserve | Reële waarde reserve | Overige reserves | Onverdeeld resultaat | Totaal |
---|---|---|---|---|---|---|
Eerste halfjaar 2021 | ||||||
Stand per 1 januari 2021 | 0,2 | - | 336,5 | 5.404,6 | 599,7 | 6.341,0 |
Totaal van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over het boekjaar | - | - | 15,6 | 12,5 | 207,1 | 235,2 |
Uitgekeerd dividend 2020 | - | - | - | - | -262,3 | -262,3 |
Toegevoegd aan de overige reserves | - | - | - | 337,4 | -337,4 | - |
Stand per 30 juni 2021 | 0,2 | - | 352,1 | 5.754,5 | 207,1 | 6.313,9 |
Eerste halfjaar 2020 | ||||||
Stand per 1 januari 2020 | 0,2 | 0,9 | 342,2 | 5.180,1 | 412,0 | 5.935,4 |
Totaal van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over het boekjaar | - | -0,3 | -8,9 | 1,3 | 257,4 | 249,5 |
Uitgekeerd dividend 2019 | - | - | - | - | -288,4 | -288,4 |
Toegevoegd aan de overige reserves | - | - | - | 123,6 | -123,6 | - |
Stand per 30 juni 2020 | 0,2 | 0,6 | 333,3 | 5.305,0 | 257,4 | 5.896,5 |
Verkort geconsolideerd kasstroomoverzicht over het eerste halfjaar 2021
In miljoenen euro’s | Noot | Eerste halfjaar 2021 | Eerste halfjaar 2020 | ||
---|---|---|---|---|---|
Kasstroom uit bedrijfsoperaties | 2, 3 | 537,2 | 556,7 | ||
Saldo van ontvangen en betaalde interest, vennootschapsbelasting en ontvangen dividenden | -75,4 | -22,6 | |||
Kasstroom uit operationele activiteiten | 461,8 | 534,1 | |||
Kasstroom uit investeringsactiviteiten | 4 | -141,4 | -173,1 | ||
Kasstroom uit financieringsactiviteiten | |||||
Opname langlopende leningen | 6 | 240,0 | - | ||
Aflossing van langlopende leningen | 6 | -300,0 | -10,7 | ||
Leasebetalingen | -4,6 | -3,7 | |||
Mutatie kortlopende financieringsverplichtingen | 7 | 15,0 | -81,8 | ||
Uitgekeerd dividend | 1 | -262,3 | -288,4 | ||
Kasstroom uit financieringsactiviteiten | -311,9 | -384,6 | |||
Netto kasstroom in het halfjaar | 8,5 | -23,6 | |||
Liquide middelen primo periode | 17,9 | 45,3 | |||
Liquide middelen ultimo periode | 26,4 | 21,8 | |||
Mutatie liquide middelen | 8,5 | -23,6 |
Toelichting op de geconsolideerde halfjaarrekening 2021
Algemeen
Opmaken van de halfjaarrekening
De halfjaarrekening 2021 is opgemaakt door de Raad van Bestuur op 20 juli 2021.
Verslaggevende entiteit
N.V. Nederlandse Gasunie (hierna: ‘Gasunie’ of ‘de vennootschap’) is een Europees energie-infrastructuurbedrijf. Gasunie biedt gereguleerde transportdiensten aan in Nederland en in Duitsland. Voorts neemt Gasunie deel in samenwerkingsverbanden voor pijpleidingen die het Gasunie-transportnet verbinden met buitenlandse markten. Daarnaast biedt Gasunie ook andere diensten aan op het gebied van energie-infrastructuur, waaronder gasopslag en de certificering van groen gas. Gasunie zet zijn infrastructuur en kennis in toenemende mate in voor verdere ontwikkeling en integratie van alternatieve energiebronnen, zoals waterstof, warmte en groen gas alsmede de ontwikkeling van CCS.
De vennootschap is statutair en feitelijk gevestigd te Groningen (Nederland), Concourslaan 17 en is ingeschreven onder KvK-nummer 02029700.
Alle op balansdatum geplaatste aandelen worden gehouden door de Staat der Nederlanden.
Verslaggevingsperiode
Deze verkorte geconsolideerde halfjaarrekening (hierna: ‘de halfjaarrekening’) heeft betrekking op de eerste zes maanden van het boekjaar 2021 en heeft als balansdatum 30 juni 2021.
Presentatie- en functionele valuta
De halfjaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, wat tevens de functionele valuta is van de vennootschap. Alle bedragen zijn, tenzij anders vermeld, opgenomen in miljoenen euro’s.
Continuïteit
Deze halfjaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.
Seizoensinvloed
Mede als gevolg van meteorologische omstandigheden zijn de omzet en de kosten van Gasunie niet gelijkmatig over het jaar verdeeld. Zowel de omzet als de kosten worden beïnvloed door de seizoenen. De kernactiviteit van de vennootschap omvat het transport van aardgas door het gastransportnet. De omzet bestaat uit de verkoop van de beschikbare transportcapaciteit en van transport gerelateerde diensten. In de winter wordt substantieel meer capaciteit door klanten gecontracteerd dan in de zomer. De omzet is hierdoor in de wintermaanden hoger dan in de overige maanden. De kosten van het netbeheer zijn voor een deel afhankelijk van het daadwerkelijk getransporteerde volume gas en zijn voor een deel vaststaand. Een hoger getransporteerd volume gas in de wintermaanden leidt in die periode tot hogere kosten ten opzichte van de andere maanden.
Oordelen en schattingen door het management
Het management maakt bij het opstellen van de halfjaarrekening gebruik van schattingen en beoordelingen, die de gerapporteerde bedragen voor activa en passiva op balansdatum en het resultaat over de eerste zes maanden van het boekjaar beïnvloeden. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. Periodiek beoordeelt het management de schattingen en onderliggende veronderstellingen. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
De invloed van oordelen en schattingen van het management is significant bij de:
- Waardering en de bepaling van de levensduur van vaste activa;
- Waardering van de overige deelnemingen;
- Waardering van de uitgestelde belastingvorderingen;
- Waardering van de pensioenverplichtingen;
- Classificatie van kapitaalsbelangen.
Basis voor de opstelling
Overeenstemmingsverklaring
De halfjaarrekening betreft de periodieke tussentijdse financiële informatie van de vennootschap en is opgesteld in overeenstemming met IAS 34 ‘Interim Financial Reporting’, zoals bekrachtigd door de Europese Unie. Deze halfjaarrekening bevat niet alle toelichtingen die normaliter zijn opgenomen in een volledige jaarrekening en moet om deze reden in samenhang met de jaarrekening 2020 van N.V. Nederlandse Gasunie gelezen worden.
De halfjaarrekening is door een onafhankelijke accountant (PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.) beoordeeld. De beoordelingsverklaring is opgenomen na de halfjaarrekening.
Uitgangspunten voor de grondslagen voor de consolidatie en de waardering en de resultaatbepaling
De vennootschap stelt haar geconsolideerde financiële overzichten op in overeenstemming met de bepalingen van de International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals bekrachtigd door de Europese Unie. IFRS omvat in dit kader zowel de IFRS-standaarden als de International Accounting Standards (IAS), die door de International Accounting Standards Board zijn uitgebracht, en de interpretaties van IFRS- en IAS-standaarden, uitgebracht door het IFRS Interpretations Committee (IFRIC) respectievelijk het Standing Interpretations Committee (SIC).
De grondslagen die zijn toegepast bij het opstellen van de halfjaarrekening 2021 komen overeen met de grondslagen voor het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening 2020, uitgezonderd de in de volgende paragraaf beschreven nieuwe en gewijzigde standaarden.
Nieuwe en gewijzigde standaarden voor de financiële verslaggeving
Met ingang van het boekjaar 2021 zijn de onderstaande wijzigingen in standaarden van kracht geworden:
- Amendments to IFRS 4 Insurance Contracts – deferral of IFRS 9
- Amendments to IFRS 9, IAS 39, IFRS 7, IFRS 4 and IFRS 16 Interest Rate Benchmark Reform – Phase 2
Met ingang van het boekjaar 2022 zijn de onderstaande wijzigingen in standaarden van kracht:
- Amendments to IFRS 3 Business Combinations, IAS 16 Property, Plant and Equipment and IAS 37 Provisions, Contingent Liabilities and Contingent Assets
- Annual Improvements 2018-2020
Daarnaast worden onderstaande standaarden of wijzigingen daarin naar verwachting in de nabije toekomst van kracht. Van deze standaarden is de EU-goedkeuring nog niet afgerond.
- Amendments to IFRS 16 Leases: Covid-19-Related Rent Concessions beyond 30 June 2021 (vanaf boekjaar 2021)
- Amendments to IAS 1 Presentation of Financial Statements: Classification of Liabilities as Current or Non-current or Non-current and Classification of Liabilities as Current or Non-current - Deferral of Effective Date (vanaf boekjaar 2023)
- IFRS 17 Insurance Contracts; including Amendments to IFRS 17 (vanaf boekjaar 2023)
- Amendments to IAS 1 Presentation of Financial Statements and IFRS Practice Statement 2: Disclosure of Accounting policies (vanaf boekjaar 2023)
- Amendments to IAS 8 Accounting policies, Changes in Accounting Estimates and Errors: Definition of Accounting Estimates (vanaf boekjaar 2023)
- Amendments to IAS 12 Income Taxes: Deferred Tax related to Assets and Liabilities arising from a Single Transaction (vanaf boekjaar 2023)
Uit een analyse door de vennootschap blijkt dat zowel de vastgestelde standaarden als de nog te bekrachtigen standaarden geen materiële impact hebben op het vermogen en het resultaat van de vennootschap en dat geen sprake is van significante additionele toelichtingen. Om die reden zijn de gevolgen van deze wijzigingen voor de vennootschap niet in detail toegelicht in deze halfjaarrekening.
Nadere toelichting op de verkorte geconsolideerde financiële overzichten
1. Significante aangelegenheden en transacties in het eerste halfjaar 2021
COVID-19
Het management verwacht dat – net als in het boekjaar 2020 – de financiële resultaten over 2021 niet significant nadelig worden beïnvloed door de COVID-19-pandemie. De omzet en kosten van zowel de gereguleerde activiteiten als de niet-gereguleerde of van regulering vrijgestelde activiteiten over het eerste halfjaar 2021 wijken als gevolg van de pandemie niet substantieel af van het businessplan. Er hebben geen aanpassingen plaatsgevonden in de verwerking van de verkoop-, inkoop- en leasecontracten noch geven de bestaande contracten aanleiding tot het in de balans opnemen van additionele verplichtingen of voorzieningen. De aflossingskalender is door de pandemie niet gewijzigd. De geplande aflossing van een langlopende lening in het eerste halfjaar 2021 heeft regulier doorgang gehad. De liquiditeitspositie van de vennootschap is goed. Gasunie heeft geen beroep gedaan op de financiële noodmaatregelen die de overheden in Nederland en Duitsland hebben ingeroepen.
Het management heeft in het bijzonder onderzocht of COVID-19 invloed heeft op de transacties die worden verwerkt overeenkomstig de onderstaande verslaggevingsstandaarden:
- Omzet
- Materiële vaste activa (bijzondere waardeverminderingen)
- Financiële instrumenten
- Leases
- Voorzieningen
- Belastingen
Het management concludeert dat op de balansdatum van 30 juni 2021 de toepassing van de bovenstaande waarderingsgrondslagen niet gewijzigd hoeft te worden ten opzichte van de grondslagen zoals toegepast bij het opstellen van de jaarrekening 2020.
Dividenduitkering en transacties met verbonden partijen
In de eerste helft van 2021 heeft Gasunie € 262,3 miljoen (eerste halfjaar 2020: € 288,4 miljoen) dividend uitgekeerd aan haar enige aandeelhouder, de Staat der Nederlanden. Het betrof de resultaatbestemming over het boekjaar 2020, overeenkomstig het besluit van de algemene vergadering van 29 maart 2021.
De aard van de overige transacties met verbonden partijen in het eerste halfjaar 2021 is gelijk aan hetgeen vermeld in de geconsolideerde jaarrekening 2020. Transacties met verbonden partijen in de eerste helft van 2021 hadden in voorkomende gevallen een zakelijke grondslag.
2. Financiële informatie per segment
Segmentering
De financiële informatie wordt gesegmenteerd naar de activiteiten van de groep. De operationele segmenten weerspiegelen de managementstructuur en de businessunits van de groep. Gasunie onderscheidt de volgende segmenten:
-
Gasunie Transport Services
Dit segment beslaat het netbeheer in Nederland en is verantwoordelijk voor de aansturing van het gastransport, de ontwikkeling van het netwerk en de bijbehorende installaties en het bevorderen van de marktwerking.
-
Gasunie Deutschland
Dit segment beslaat het netbeheer in Duitsland en is verantwoordelijk voor de aansturing van het gastransport, de ontwikkeling van het netwerk en de bijbehorende installaties en het bevorderen van de marktwerking.
-
Participations
Dit segment richt zich op het ontwikkelen van projecten ten behoeve van de energietransitie, het optimaal benutten van de bestaande deelnemingen en het faciliteren van de komst van nieuwe gasstromen naar Noordwest-Europa via LNG-aanvoer en langeafstandspijpleidingen. Onder dit segment valt tevens een aantal samenwerkingsverbanden voor pijpleidingen die het Gasunie-transportnet verbinden met buitenlandse markten.
De grondslagen voor de waardering en de resultaatbepaling van de segmenten zijn gelijk aan de grondslagen zoals gehanteerd bij het opstellen van de halfjaarrekening 2021 en zoals gehanteerd bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening 2020.
De activa, opbrengsten en resultaten van een segment omvatten zowel posten die rechtstreeks tot dat segment behoren als posten die redelijkerwijs aan dat segment kunnen worden toegerekend. Omdat de financiering van Gasunie overwegend op concernniveau plaatsvindt, vindt geen segmentering van de passiva plaats en wordt hierover niet separaat gerapporteerd. Transacties tussen bedrijven die toebehoren aan de segmenten hebben een zakelijke grondslag. In de financiële informatie per segment zijn de transacties tussen de segmenten geëlimineerd.
Informatie over omzet en resultaten per segment
De omzet en het resultaat per segment is als volgt:
In miljoenen euro's | Netto-omzet | Resultaat | ||
---|---|---|---|---|
Eerste halfjaar 2021 | Eerste halfjaar 2020 | Eerste halfjaar 2021 | Eerste halfjaar 2020 | |
Segmenten | ||||
- Gasunie Transport Services | 518,6 | 495,0 | 211,2 | 214,0 |
- Gasunie Deutschland | 142,7 | 158,0 | 72,8 | 91,9 |
- Participations | 76,9 | 77,8 | 12,2 | 26,4 |
Inter-segment eliminatie | -21,0 | -19,2 | - | - |
Segmententotaal | 717,2 | 711,6 | 296,2 | 332,3 |
Saldo van niet-gealloceerde financiële baten en lasten en resultaat uit deelnemingen | -19,4 | 1,1 | ||
Resultaat vóór belastingen | 276,8 | 333,4 | ||
Belastingen | -69,7 | -76,0 | ||
Opbrengsten en resultaat na belastingen | 717,2 | 711,6 | 207,1 | 257,4 |
De stijging van de omzet van het segment GTS is voornamelijk te verklaren door een stijging van de entry-tarieven voor 2021 in combinatie met toegenomen capaciteitsreserveringen als gevolg van een toename van geïmporteerd gas. Dit heeft echter niet geleid tot een hoger resultaat als gevolg van substantieel hogere netwerk- en energiekosten. De omzet en het resultaat van het segment Gasunie Deutschland nam af. Dit is overwegend te verklaren door gewijzigde gasstromen in Duitsland, hetgeen in het eerste halfjaar 2021 resulteerde in een lagere vraag naar transportcapaciteit bij Gasunie Deutschland. Hoewel de omzet van het segment Participations ongeveer gelijk bleef, nam het resultaat af in vergelijking met het eerste halfjaar 2020. Dit is overwegend te verklaren door substantieel hogere netwerk- en energiekosten en door kosten samenhangend met projecten rondom de energietransitie.
De totale inter-segment dienstverlening in het eerste halfjaar 2021 bedraagt € 21,0 miljoen (eerste halfjaar 2020: € 19,2 miljoen). De inter-segment dienstverlening gedurende het eerste halfjaar 2021 bedroeg voor het segment Gasunie Transport Services € 7,0 miljoen (eerste halfjaar 2020: € 5,5 miljoen), voor het segment Gasunie Deutschland € 0,2 miljoen (eerste halfjaar 2020: € 0,1 miljoen) en voor het segment Participations € 13,7 miljoen (eerste halfjaar 2020: € 13,6 miljoen).
Informatie over activa per segment
De activa per segment is als volgt:
In miljoenen euro's | Activa | |
---|---|---|
30 juni 2021 | 31 dec. 2020 | |
Segmenten | ||
- Gasunie Transport Services | 6.856,7 | 6.898,7 |
- Gasunie Deutschland | 1.611,8 | 1.587,9 |
- Participations | 1.403,0 | 1.389,4 |
Segmententotaal | 9.871,5 | 9.876,0 |
Niet-gealloceerde activa | 475,8 | 510,0 |
Totaal geconsolideerde activa | 10.347,3 | 10.386,0 |
De niet-gealloceerde activa bestaan uit de uitgestelde belastingvorderingen en de vlottende activa. De belangrijkste investeringen zijn toegelicht in noot 4 ‘Materiële vaste activa’.
3. Omzetverantwoording
De omzet nam met 0,8% toe ten opzichte van het eerste halfjaar 2020 (eerste halfjaar 2020: toename van 4,3%). Onderstaand is een nadere detaillering van de omzet opgenomen.
Informatie over operationele activiteiten
De vennootschap categoriseert haar opbrengsten naar de manier waarop economische factoren de aard, omvang, timing, en onzekerheid van de kasstromen beïnvloeden. In het geval van Gasunie zijn twee categorieën te onderscheiden. De eerste omzetstroom betreft de omzet uit hoofde van de gereguleerde transport- en aanverwante diensten, zoals gegenereerd door de segmenten Gasunie Transport Services en Gasunie Deutschland. Voor deze omzetstroom stellen de Nederlandse en Duitse toezichthouders voor een meerjarige periode de toegestane inkomsten vast.
De tweede omzetstroom betreft de niet-gereguleerde en/of van regulering vrijgestelde diensten. Bij deze diensten worden de inkomsten bepaald door de markt op basis van vraag en aanbod en is over het algemeen sprake van een hogere volatiliteit in omzet ten opzichte van de gereguleerde diensten. De omzet uit hoofde van de niet-gereguleerde en/of van regulering vrijgestelde diensten wordt vrijwel volledig gegenereerd door het segment Participations.
De omzet per operationele activiteit is als volgt:
In miljoenen euro's | Netto-omzet | |
---|---|---|
Eerste halfjaar 2021 | Eerste halfjaar 2020 | |
Omzetgereguleerde diensten | 640,3 | 636,6 |
Niet-gereguleerde en/of van regulering vrijgestelde diensten | 76,9 | 75,0 |
Totaal netto-omzet | 717,2 | 711,6 |
Informatie over producten en diensten
De omzet kan worden verdeeld in omzet uit hoofde van gastransport en aanverwante diensten en overige activiteiten. Onder gastransport en aanverwante diensten zijn zowel de omzet uit hoofde van gereguleerd gastransport als uit hoofde van niet-gereguleerd en/of van regulering vrijgesteld gastransport opgenomen. Onder overige activiteiten is mede begrepen de omzet uit hoofde van gasopslagdiensten.
De onderverdeling is als volgt:
In miljoenen euro's | Netto-omzet | |
---|---|---|
Eerste halfjaar 2021 | Eerste halfjaar 2020 | |
Gastransport en aanverwante diensten | 666,8 | 668,9 |
Overige activiteiten | 50,4 | 42,7 |
Totaal netto-omzet | 717,2 | 711,6 |
Informatie over geografische informatie
De omzet per geografisch gebied wordt bepaald op basis van het gebied waar de activiteiten plaatsvinden (binnen Nederland of daarbuiten). De onderverdeling van de omzet naar geografisch gebied is als volgt:
In miljoenen euro's | Netto-omzet | |
---|---|---|
Eerste halfjaar 2021 | Eerste halfjaar 2020 | |
Nederland | 574,5 | 553,7 |
Buiten Nederland | 142,7 | 157,9 |
Totaal netto-omzet | 717,2 | 711,6 |
4. Materiële vaste activa
Investeringen
De investeringen in de materiële vaste activa in het eerste halfjaar 2021, exclusief de toevoegingen inzake gebruiksrecht activa, bedragen € 126,3 miljoen (eerste halfjaar 2020: € 191,0 miljoen). De investeringen zien met name toe op de bouw van de stikstofinstallatie van Gasunie Transport Services in Zuidbroek, de realisatie van een aardgasleiding naar de autofabrieken van Volkswagen in Wolfsburg en de realisatie van de tweede leiding van de EUGAL-pijpleiding in Duitsland. Per 30 juni 2021 is Gasunie voorwaardelijke investeringsverplichtingen aangegaan ter hoogte van € 197,3 miljoen (ultimo 2020: € 205,2 miljoen). De verplichtingen houden met name verband met de voornoemde projecten.
Bijzondere waardeveranderingen van vaste activa
Periodiek stelt het management vast of sprake is van gebeurtenissen of indicaties voor bijzondere waardeveranderingen van vaste activa. Zoals onder noot 1 ‘Significante aangelegenheden en transacties in het eerste halfjaar 2021’ vermeld, geldt dat de COVID-19-pandemie geen gevolgen heeft voor de waardering van de vaste activa per 30 juni 2021. Hieronder volgt voor de belangrijkste kasstroomgenererende eenheden de verdere analyse.
Gastransportnetwerk Nederland
De waardering van het gastransportnetwerk in Nederland is mede afhankelijk van de gereguleerde inkomsten van de onderneming. Ultimo 2020 heeft het management de waardering van het gastransportnetwerk in Nederland onderzocht naar aanleiding van het op 1 februari 2021 gepubliceerde Methodebesluit GTS 2022-2026. De uitkomsten van dat onderzoek zijn verwerkt in de jaarrekening 2020. Na het opmaken van de jaarrekening 2020 is zowel door GTS als door marktpartijen een pro forma beroep ingesteld tegen het methodebesluit bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Verdere detaillering van de beroepsgronden vindt in het tweede halfjaar 2021 plaats. Het is op de datum van deze halfjaarrekening nog niet bekend wanneer het CBb de ingestelde beroepen inhoudelijk behandelt.
In het eerste halfjaar 2021 zijn geen andere feiten of omstandigheden gebleken die belangrijke andere inzichten geven in de aannames en de schattingen per ultimo 2020.
Uit de beoordeling door het management blijken verder geen gebeurtenissen of indicaties voor een bijzondere waardeverandering van het gastransportnetwerk in Nederland per 30 juni 2021.
Gastransportnetwerk Duitsland
De waardering van het gastransportnet in Duitsland is mede afhankelijk van de gereguleerde inkomsten van de onderneming. In 2019 is door het Duitse ministerie van Economische Zaken een onderzoek gestart naar onder meer een wijziging van de regeling voor investeringsmaatregelen. Sindsdien is onderzocht of het huidige reguleringskader op dit punt gewijzigd moet worden met als doel het versnellen van investeringen die mede nodig zijn voor de energietransitie. De wijzigingen moeten er toe leiden dat geplande en goedgekeurde investeringen sneller in gebruik worden genomen.
Op 25 juni 2021 heeft de Duitse Bondsraad zijn definitieve goedkeuring gehecht aan de nieuwe wet (de ‘AregV Novelle’). Een belangrijke wijziging is dat met ingang van de nieuwe reguleringsperiode op 1 januari 2023, het bestaande regime van investeringsmaatregelen (de zogenaamde IMA’s) wordt afgeschaft. Gelijktijdig vervalt echter ook de verplichting om historische geaccumuleerde investeringsvergoedingen terug te betalen. Daarnaast vindt een wijziging plaats in de bepaling van de kapitaalkostenvergoeding voor overige investeringen. Voor de periode tot 2028 geldt een overgangsregime.
Het management heeft onderzocht of de tussentijdse wijziging van een aantal uitgangspunten in het bestaande reguleringsraamwerk een indicatie kan zijn voor een bijzondere waardeverandering van het gastransportnetwerk. Uit analyse door het management blijkt dat – onder meer vanwege de overgangsmaatregelen – het effect van het wegvallen van de investeringsmaatregelen en het invoeren van een kapitaalkostenvergelijkingsmodel grotendeels wordt gecompenseerd door het kwijtschelden van de terugbetalingsverplichting van de historisch geaccumuleerde investeringsvergoedingen. Op grond hiervan komt het management tot de conclusie dat de invoering van de AregV Novelle geen indicatie is voor een bijzondere waardeverandering van het gastransportnetwerk in Duitsland per 30 juni 2021.
Uit de beoordeling door het management blijken verder geen andere gebeurtenissen of indicaties voor een bijzondere waardeverandering van het gastransportnetwerk in Duitsland per 30 juni 2021.
BBL Company
Uit de beoordeling door het management blijken geen gebeurtenissen of indicaties voor een bijzondere waardeverandering van de materiële vaste activa van BBL Company per 30 juni 2021.
EnergyStock
Uit de beoordeling door het management blijken geen gebeurtenissen of indicaties voor een bijzondere waardeverandering van de materiële vaste activa van EnergyStock per 30 juni 2021.
Overige materiële en financiële vaste activa
Uit de beoordeling door het management blijken geen gebeurtenissen of indicaties voor een bijzondere waardeverandering van de overige materiële en financiële vaste activa per 30 juni 2021.
5. Investeringen in joint ventures, joint operations en geassocieerde deelnemingen
Joint ventures
De mutaties in joint ventures over het eerste halfjaar 2021 zijn als volgt:
In miljoenen euro’s | Eerste halfjaar 2021 | 2020 |
---|---|---|
Stand per 1 januari | 241,2 | 212,2 |
Investeringen | 18,7 | 14,7 |
Rechtstreekse eigen vermogen mutaties | 5,8 | 5,7 |
Resultaat joint ventures | 14,1 | 31,0 |
Ontvangen dividend | -17,8 | -22,4 |
Stand per 30 juni resp. 31 december | 262,0 | 241,2 |
In het eerste halfjaar 2021 investeerde Gasunie vooral in de LNG-opslag activiteiten van Gate terminal en in joint ventures die zich richten op het realiseren van infrastructuur voor de verdere ontwikkeling en integratie van alternatieve energiebronnen.
De rechtstreekse vermogensmutaties betreft de herwaardering van het belang in Gate terminal als gevolg van de wijziging in de reële waarde van een cash flow hedge van Gate terminal. Gasunie heeft deze vermogensmutatie verwerkt in de niet-gerealiseerde resultaten.
Joint operations
In januari 2021 is het samenwerkingsverband Ambigo V.O.F. beëindigd. In de entiteit vonden geen operationele activiteiten meer plaats. Aansluitend op de liquidatie van Ambigo V.O.F. is in juni 2021 eveneens Gasunie Ambigo B.V. geliquideerd. Beide liquidaties hadden geen belangrijke financiële gevolgen voor de vennootschap.
Geassocieerde deelnemingen
In het eerste halfjaar 2021 fuseerde GASPOOL Balancing Services (GASPOOL) GmbH met NetConnect Germany GmbH & Co. KG (NCG) tot Trading Hub Europe GmbH (THE). Gasunie had voorheen een belang in GASPOOL en heeft door de fusie een financieel belang in THE verkregen. De fusie vindt zijn oorsprong in gewijzigde regelgeving in Duitsland met het doel om tot één Duits marktgebied te komen. Met de fusie verdwijnen de afzonderlijke noordelijke en zuidelijke Duitse marktgebieden en wordt een gemeenschappelijk beheerd marktgebied gevormd met een enkele entry- en exitzone.
De fusie heeft geen belangrijke financiële gevolgen voor Gasunie. Het financiële belang van Gasunie in THE bedraagt € 0,5 miljoen. Dit is gelijk aan de waarde van het belang dat voorheen werd gehouden in GASPOOL. Op grond van de samenwerkingsovereenkomst hebben de elf aandeelhouders iedereen een gelijk aandeel (van 9,09%). Op grond van de samenwerkingsovereenkomst kan Gasunie significante invloed op de relevante activiteiten van THE uitoefenen. Het belang in THE wordt daarom verantwoord als een geassocieerde deelneming met toepassing van de equitymethode.
6. Rentedragende leningen
Op 30 juni 2021 bestaat het nominale bedrag aan langlopende leningen van € 3.042,4 miljoen (ultimo 2020: € 3.102,4 miljoen) voor € 2.252,4 miljoen (ultimo 2020: € 2.552,4 miljoen) uit obligatieleningen en voor € 790,0 miljoen (ultimo 2020: € 550,0 miljoen) uit onderhandse leningen. De nog te amortiseren transactiekosten en disagio bedragen € 8,4 miljoen (ultimo 2020: € 9,1 miljoen).
De mutaties in de rentedragende leningen zijn als volgt:
In miljoenen euro's | Eerste halfjaar 2021 | 2020 |
---|---|---|
Oorspronkelijke nominale hoofdsom per 1 januari | 3.300,0 | 3.450,0 |
Afgelost tot en met 1 januari | -197,6 | -326,2 |
Restant nominale hoofdsom per 1 januari | 3.102,4 | 3.123,8 |
Niet-geamortiseerde transactiekosten en disagio | -9,1 | -10,5 |
Boekwaarde per 1 januari | 3.093,3 | 3.113,3 |
Mutaties in het eerste halfjaar resp. boekjaar: | ||
Aflossingen | -300,0 | -21,4 |
Nieuw opgenomen leningen | 240,0 | - |
Amortisatie van transactiekosten en disagio | 0,7 | 1,4 |
Totaal mutaties in het eerste halfjaar resp. boekjaar | -59,3 | -20,0 |
Oorspronkelijke nominale hoofdsom per 30 juni resp. 31 december | 3.240,0 | 3.300,0 |
Afgelost tot en met 30 juni resp. 31 december | -197,6 | -197,6 |
Restant nominale hoofdsom per 30 juni resp. 31 december | 3.042,4 | 3.102,4 |
Resterende niet-geamortiseerde transactiekosten en disagio | -8,4 | -9,1 |
Boekwaarde per 30 juni resp. 31 december | 3.034,0 | 3.093,3 |
Gepresenteerd onder de kortlopende schulden | -433,2 | -733,2 |
Totaal | 2.600,8 | 2.360,1 |
De vennootschap heeft in het eerste halfjaar 2021 een bedrag van € 300,0 miljoen (eerste halfjaar 2020: € 10,7 miljoen) aan rentedragende leningen afgelost.
In mei 2021 is een bedrag van € 90,0 miljoen getrokken op een faciliteit van de Europese Investeringsbank (EIB) inzake de bouw van de stikstofinstallatie van GTS. De overeengekomen vaste rente bedraagt effectief 0,258%. Aflossing vindt ineens plaats uiterlijk in mei 2030. Aansluitend is in juni 2021 het resterende deel van de faciliteit van € 150,0 miljoen opgenomen. De overeengekomen vaste rente voor dit leningdeel bedraagt effectief 0,127%. Aflossing vindt ineens plaats uiterlijk in juni 2029. Voor beide leningdelen geldt dat tussentijdse aflossing is toegestaan.
Inzake de rentedragende leningen en overige faciliteiten zijn geen zekerheden gesteld door N.V. Nederlandse Gasunie aan de kredietverstrekkers. De bestaande leningsvoorwaarden zijn ongewijzigd ten opzichte van 2020.
De aflossingskalender is als volgt:
In miljoenen euro's | Eerste halfjaar | Tweede halfjaar | Totaal |
---|---|---|---|
Aflossingsverplichting in | |||
2021 | 433,2 | 433,2 | |
2022 | 369,2 | 125,0 | 494,2 |
2023 | 0,0 | 125,0 | 125,0 |
2024 | 50,0 | 125,0 | 175,0 |
2025 | 0,0 | 125,0 | 125,0 |
na 2025 | 1.690,0 | ||
Totaal van de aflossingsverplichtingen | 3.042,2 |
De vennootschap heeft een niet-gecommitteerde bancaire rekening-courantfaciliteit van € 45 miljoen (ultimo 2020: € 45 miljoen), een gecommitteerde kredietfaciliteit van € 600 miljoen (ultimo 2020: € 600 miljoen) en een Euro Commercial Paper (ECP) programma ter grootte van € 750 miljoen (ultimo 2020: € 750 miljoen). De gecommitteerde kredietfaciliteit is in maart 2021 tussentijds verlengd met één jaar en heeft nu een looptijd tot april 2026. Op de gecommitteerde kredietfaciliteit is niet getrokken in het afgelopen halfjaar. Wel heeft Gasunie als onderdeel van de normale bedrijfsuitoefening regelmatig kortlopende leningen op de geldmarkt aangetrokken in de vorm van deposito leningen en schuldpapier onder het ECP.
Binnen het EMTN-programma is op 30 juni 2021 voor € 2,3 miljard (ultimo 2020: € 2,6 miljard) aan leningen geplaatst. Per 30 juni 2021 is het actualiseren van het EMTN-programma onderhanden.
De lange- en kortetermijn creditratings van S&P en Moody’s zijn gedurende het eerste halfjaar 2021 niet veranderd. Moody’s heeft in mei 2021 de bestaande ratings (A1, P-1) herbevestigd. De laatste update van S&P vond plaats in juni 2020.
7. Kortlopende financieringsverplichtingen
De kortlopende financieringsverplichtingen zijn als volgt:
In miljoenen euro’s | 30 juni 2021 | 31 dec. 2020 |
---|---|---|
Aflossingsverplichtingen op langlopende leningen | 433,2 | 733,2 |
Kortlopende leningen | 240,0 | 225,0 |
Totaal kortlopende financieringsverplichtingen | 673,2 | 958,2 |
Nadere informatie over de langlopende rentedragende leningen is opgenomen in noot 6 ‘Rentedragende leningen’.
Gasunie heeft ultimo halfjaar 2021 voor € 240,0 miljoen (ultimo 2020: € 225,0 miljoen) aan kortlopende rentedragende leningen opgenomen. Het betreft opgenomen deposito’s en uitgegeven ECP’s met looptijden korter dan één jaar.
8. Financiële instrumenten
In deze halfjaarrekening zijn diverse financiële instrumenten opgenomen. Het betreft:
- Overige deelnemingen
- Rentedragende leningen
- Overige primaire financiële instrumenten
Gasunie hanteert de volgende hiërarchie van waarderingstechnieken voor het bepalen van de reële waarde van financiële instrumenten:
Niveau 1: | Op basis van genoteerde prijzen op actieve markten voor hetzelfde instrument. |
Niveau 2: | Op basis van prijzen op actieve markten voor vergelijkbare instrumenten of op basis van andere waarderingstechnieken, waarbij alle benodigde significante gegevens direct of indirect zijn ontleend aan zichtbare marktgegevens. |
Niveau 3: | Op basis van waarderingstechnieken, waarbij alle benodigde significante gegevens niet zijn ontleend aan zichtbare marktgegevens. |
Overige deelnemingen
De overige deelnemingen zijn als volgt:
Naam van de vennootschap | Zetel | Financieel belang op | |
---|---|---|---|
30 juni 2021 | 31 dec. 2020 | ||
Energie Data Services Nederland (EDSN) B.V. | Arnhem | 12,5% | 12,5% |
Nord Stream AG | Zug, Zwitserland | 9,0% | 9,0% |
PRISMA European Capacity Platform GmbH | Leipzig, Duitsland | 12,7% | 12,7% |
De reële waarde van de overige deelnemingen bedraagt per 30 juni 2021 € 524,9 miljoen (ultimo 2020: € 509,3 miljoen). De stijging van de reële waarde van de overige deelnemingen van € 15,6 miljoen (eerste halfjaar 2020: daling van € 8,9 miljoen) is rechtstreeks verwerkt in de reële waarde reserve. Nord Stream keerde in het eerste halfjaar van 2021 geen dividend uit (eerste halfjaar 2020: € 20,3 miljoen). Uitkering van het dividend door Nord Stream vindt in overleg met de aandeelhouders in de tweede helft van 2021 plaats.
De reëlewaardebepaling van de overige deelnemingen is gebaseerd op de contante waarde van de verwachte kasstromen. Dit betreft een reëlewaardebepaling volgens niveau 3 (ultimo 2020: niveau 3). Gasunie hanteert bij het bepalen van de reële waarde van de voornoemde overige deelnemingen een disconteringsvoet die gebaseerd is op de risicovrije marktrente vermeerderd met krediet- en liquiditeitsopslagen. Deze varieert tussen 3-6% na belastingen, afhankelijk van het risicoprofiel van de betreffende deelneming.
De waardering van de deelname in Nord Stream wordt gebaseerd op de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een calculatiemodel van Nord Stream, dat jaarlijks wordt geactualiseerd aan de hand van het meest recente businessplan. Dit model wordt ter beoordeling en goedkeuring voorgelegd aan de aandeelhouders van Nord Stream, waaronder Gasunie. Additioneel wordt het model door Gasunie periodiek getoetst aan de hand van de tussentijdse financiële rapportages van Nord Stream. De verwachte kasstromen zijn mede gebaseerd op contractueel gemaakte afspraken. Indien de disconteringsvoet wijzigt met 0,5%-punt, dan leidt dit indicatief (onder overige gelijkblijvende omstandigheden) tot een wijziging in de reële waarde van € 18,0 miljoen (ultimo 2020: € 20,0 miljoen).
Voor de belangen in Prisma en EDSN geldt dat de totale boekwaarde minder dan € 0,1 miljoen (ultimo 2020: minder dan € 0,1 miljoen) bedraagt. Voor deze deelnemingen wordt, mede vanwege hun geringe omvang, verondersteld dat de boekwaarde een benadering is van de reële waarde en is geen reëlewaardebepaling en een gevoeligheidsanalyse opgenomen in het halfjaarbericht.
Rentedragende leningen
De rentedragende leningen betreffen obligatieleningen met een notering aan Euronext in Amsterdam alsmede onderhandse leningen.
De reële waarde van de beursgenoteerde obligaties is gelijk aan de slotkoers per balansdatum. Dit betreft een reëlewaardebepaling volgens niveau 1 (ultimo 2020: niveau 1). De reële waarde van de onderhandse leningen is berekend door verwachte toekomstige kasstromen contant te maken tegen een disconteringsvoet die gelijk is aan de geldende risicovrije marktrente voor de resterende looptijd, vermeerderd met krediet- en liquiditeitsopslagen. Hierbij is rekening gehouden met het eigen risicoprofiel. Dit betreft een reële waarde bepaling volgens niveau 3 (ultimo 2020: niveau 3).
De boekwaarde en de reële waarde van de rentedragende leningen per 30 juni 2021 is als volgt:
In miljoenen euro's | 30 juni 2021 | 31 dec. 2020 | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
Boekwaarde | Reële waarde | Verschil | Boekwaarde | Reële waarde | Verschil | |
Obligatieleningen | 2.252,4 | 2.326,0 | 73,6 | 2.543,3 | 2.669,8 | 126,5 |
Onderhandse leningen | 790,0 | 860,6 | 70,6 | 550,0 | 631,3 | 81,3 |
Totaal rentedragende leningen | 3.042,4 | 3.186,6 | 144,2 | 3.093,3 | 3.301,1 | 207,8 |
Overige primaire financiële instrumenten
De overige primaire financiële instrumenten bestaan uit handels- en overige vorderingen, liquide middelen, kortlopende financieringsverplichtingen (exclusief de kortlopende aflossingsverplichtingen op langlopende leningen) en handels- en overige schulden.
Voor deze instrumenten benadert de boekwaarde de reële waarde gegeven de korte looptijd van deze instrumenten.
Het saldo liquide middelen als onderdeel van de vlottende activa per 30 juni 2021 betrof € 26,4 miljoen (ultimo 2020: € 17,9 miljoen).
9. Gebeurtenissen na de balansdatum
Er hebben zich geen belangrijke gebeurtenissen voorgedaan tussen de balansdatum en de datum van deze halfjaarrekening die aanleiding zouden kunnen geven tot verwerking of vermelding in de halfjaarrekening.